In deel één van deze aflevering startten we met de muurafwerking in de slaapkamer. We kozen voor een combinatie van twee soorten behang om de ruimte een frisse en gezellige uitstraling te geven.. Maar voor we konden behangen, moesten de muren uitgevlakt en geprimerd worden. In deze aflevering gaan we over tot het behangen zelf. Op een deel van de muren plaatsen we een donkerder effen behang. Dit lijkt simpel, maar er zijn toch een aantal zaken waar je mee rekening moet houden om een naadloos resultaat te bekomen. De muren werden al gladgemaakt en geprimerd, en ook de primerlaag werd nog opgeschuurd. Een deel van de muren gaan we hier behangen met een effen vliesbehang. Om je eerste baan te kunnen plaatsen, moet je een loodrechte lijn uittekenen waartegen je kan starten. Je zet de loodlijn voor je eerste baan sowieso best een paar centimeter dichter uit, zodat je het behang netjes in de binnenhoek kan afsnijden. In dit geval nemen we dus wat meer marge, zodat de laatste behangstrook niet te dun zal zijn. Meet af en zet de lijn uit met een waterpas. Zet deze pijl dan ook uit op de achterzijde van je behangstrook, zodat je na het afknippen nog weet wat de boven- en onderkant is. Maak dan het nodige aantal behangbanen op maat, met de nodige marge. Nummer ook je rollen, zodat je ze zeker juist – in tegengestelde richting zoals voorzien – gebruikt. Het preciezere werk en de randen doe je met de borstel, de rest met de rol, tot de volledige baan van lijm voorzien is. Als de volledige baan goed in de lijm is aangestreken, kun je het behang afsnijden tegen de plinten… Daarna ga je over tot de volgende behangstroken. Als je het behangen al onder de knie hebt, kun je eventueel al voor 2 banen tegelijk de muur inlijmen. Let wel, de open tijd van de lijm is redelijk beperkt, dus eens de lijm aangebracht is, heb je weinig tijd om beide banen te kleven voor de lijm droog is. Heb je liever wat minder tijdsdruk voor het aanbrengen van je behang?! Pak dan gewoon strook per strook aan. Het is trouwens aan te raden handschoenen te dragen tijdens het inlijmen. Want hoe minder lijm er op je handen is, hoe minder je het behang kan bekladden. Dit betekent dus dat je de tweede strook ondersteboven moet plaatsen. Door naastliggende behangbanen telkens in tegenovergestelde richting te plaatsen, zorg je voor een vloeiendere overgang en zal je de verschillende behangbanen achteraf niet meer kunnen onderscheiden. De eerste baan werd loodrecht tegen de uitgetekende loodlijn geplaatst. En die baan dient nu eigenlijk als loodrechte referentie voor de volgende. Zorg dus dat het behang heel nauw aansluit tegen de al geplaatste baan. Strijk het behang dan goed aan tegen de wand, in de lijm, met je behangspatel. Op die manier zal het overal voldoende hechten en haal je luchtbellen van achter je behang weg. Ook onderaan let je erop dat de overgang tussen twee stroken strak op dezelfde lijn afgesneden wordt. Let er uiteraard wel op dat de baan in de omgekeerde richting geplaatst is ten opzichte van je strook ernaast. De manier van werken blijft telkens hetzelfde. De lijmt de muur in en brengt je behang netjes aansluitend op de voorgaande baan aan… Je strijkt zo goed mogelijk vast… Om daarna boven en onderaan op maat te gaan afsnijden… Om de laatste dunnere strook van je muur te plaatsen is het aangewezen die eerst al wat bij te snijden in de breedte, anders is het behoorlijk stug werken. Zorg er wel voor dat je het aan de juiste kant afkort. Het aanbrengen gaat nu een stuk vlotter, omdat je geen overbodig groot stuk ter plaatse moet krijgen. Je komt hier weer aan een binnenhoek, met de volgende muur, dus snijd je het behang daar weer af langs de diktekant van je spatel. Vergeet niet telkens eventuele lijmresten weg te deppen… En de naden goed dicht te drukken met een nadenrol. Het volgende muurvlak, waar de deur in zit, vereist wat meer denkwerk… Begin met opnieuw de breedte van je banen uit te zetten op de muur. Een extra moeilijkheid, in dit geval, is het behangen van de deuropening. Bij deze vlakdeur werd het deurprofiel netjes in de muur geïntegreerd, waardoor dit nu ook mee moet behangen worden. Doordat je op een nieuw stuk muur start, is het nodig opnieuw een loodlijn af te tekenen. In dit geval zullen we starten met de rechterbaan, zo is de moeilijkste strook alvast gedaan. Want daar moet het behang niet enkel om de hoek aan de deuropening geplooid worden, maar ook om de buitenhoek van de muur. Zet je loodlijn op de juiste postie en lijm de muur in, net iets verder dan de breedte van je behang. Breng dan eerst het behang aan op het voorste stuk van de muur. Op dit muurgedeelte zit ook een schakelaar, dus je werkt die meteen uit, zodat je het behang er effen kan aanstrijken. Eenmaal het behang strak op dat muurgedeelte vasthangt, snijd je het behangpapier horizontaal door aan de deuropening. Zorg dat het perfect aansluit op de lijn van je muur. Door de lichte inkerving in de achterzidje van het behang, is het vervolgens makkelijker om de hoek strak over te plooien. Strijk het behang daarbij steeds aan van de hoek naar buiten toe, om tegelijk zo veel mogelijk lucht van onder het papier weg te werken. Let er dus wel op dat het omgeplooide stuk voldoende groot is, want anders is de kans groter dat het later weer loskomt. Buitenhoeken zijn meestal fragiel, zeker in een doorgangsplaats zoals hier. Door het behang daar in één stuk te plaatsen, creëer je wat meer stevigheid en zal je behang er langer net blijven zitten. Net zoals bij de naden maak je zo’n buitenhoek dan licht vochtig met wat proper water… Om zo de hoek nog even extra te kunnen aanrollen. Daarna kun je de linkerkant van de muur en deuropening aanpakken. Het behang is hierbij niet breed genoeg om met één strook de overige ruimte te bedekken. Vertrek dus opnieuw vanaf een loodlijn, waarlangs je de meest linkse baan kan plaatsen. Als je ervoor zorgt dat al je hoeken strak afgewerkt zijn, zal je resultaat meteen goed ogen. Omdat we hier nergens goed uitkwamen met de breedte van de rollen, moeten we boven de deur wat onorthodox werken. Het extra strookje behang plaatsen we in het midden, want het was belangrijker dat de buitenhoeken konden doorlopen. Begin met de strook aan de ene zijde mooi recht aan te leggen tegen het al geplaatste behang. Strijk aan en snijd het overschot aan het plafond alvast net af. Bekijk dan vanaf waar je extra stuk overlapt met de rechtse baan en snij daar dubbel door. Je snijdt dus met andere woord door het al geplaatste deel én het nieuwe stuk tegelijk. Snijd hierbij al golvend, want een rechte snijlijn is strenger en zou meer opvallen. Haal het overtollige stuk dan weg van onder het behang en strijk goed aan. Eens je ook eventuele lijmresten hebt afgeveegd en de nadenroller zijn werk laat doen, bekom je een zo naadloos mogelijk resultaat. De rest van de te behangen muren zijn eenvoudiger en kun je volgens de gebruikelijke methode behangen. Je lijmt dus eerst de ondergrond in… Plaatst dan het behang, naad tegen naad. Strijkt dit glad met je behangspatel en snijdt het overtollige papier langs de binnenhoeken aan plafond en muren af. Controleer dan nog op lijmresten en rol de naden en hoeken extra aan. Zo werk je verder tot al de muren met het effen behang afgewerkt zijn. Als je de plaatsing goed aangepakt hebt, met oog voor het om en om plaatsen van de behangstroken, dan zou je nu een strak vlak moeten bekomen, waar geen aparte behangbanen meer te zien zijn. Wanneer het behang voldoende gedroogd is, kun je nog het laatste korte stukje aan de deuropening vervolledigen. Snijd een strookje behang af, iets groter dan het te bedekken oppervlak. Lijm de wand in… En kleef het stuk ter plaatse. Zorg dat het aan de buitenhoek netjes aansluit op het eerder geplaatste behang. Wrijf grondig aan en snijd dan naad per naad netjes af, zodat het stuk precies op maat gemaakt wordt. Veeg lijmresten af. In de volgende aflevering pakken we de accentwand in de slaapkamer aan. Dit doen we met een fris groen digitaal behang met een jungle tekening. Het geeft de kamer extra cachet, maar brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee om perfect te plaatsen…