- 20 december 2018
- | Bron: Dobbit
Richt zelf je hal in (deel 6)

Roger - ep. 6 - In deze aflevering richt Roger een hal in. We brengen de elektriciteit en de verlichting in orde. Daarnaast moeten we het kleinste kamertje nog afwerken.
Transciptie
In eerdere afleveringen van deze reeks kon je zien hoe we de hal onder handen namen. We hadden een kale ruimte en begonnen met er een plafond in te plaatsen. Dat gebeurde met gipskartonplaten op een latwerk. De naden en schroefgaten werden dicht geplamuurd en opgeschuurd. Daarna kwam er zowel op de muren als op het plafond een vliesbehang. Daarop kwam een grondlaag en twee lagen verf. Met de muren klaar, pakten we de vloer aan. Daar legden we PVC vloertegels. Er werd ook nog een kast rond de nutsvoorzieningen gemaakt. De trap lieten we plaatsen, want dat is vakwerk. De deuren plaatsten we wel zelf. In dit laatste deel hebben we nog wat werk voor de boeg. We moeten het toilet nog volledig installeren. De verlichting moet nog worden geplaatst en aangesloten én we moeten ze nog kunnen bedienen. Verder plaatsen we nog de bel én het huisnummer.
We beginnen met het kleinste kamertje. Het inbouwsas werd daar al geplaast samen met de aan- en afvoerleidingen. We plaatsen hier een douchetoilet, dus voorzagen we ook een extra leidining om dat te kunnen voorzien van water. De connectie maken we nog even vast op het frame. Zo staat hij op de juiste plaats. Voor een douchetoilet moet je ook een elektriciteitskabel voorzien.
We bekleden het frame voor we het porselein zelf te kunnen plaatsen. Eerst maken we een kader in MDF. Meet even alles op en maak een plannetje. Vergeet niet aan te duiden waar de openingen moeten komen voor de leidingen te laten doorkomen.
Zaag dan alles uit. De openingen zaag je het gemakkelijkst uit met een decoupeerzaag. Als je alles hebt uitgezaagd, kan je alles passen.
Is alles correct uitgezaagd? Dan kan je het MDF aan het frame van het inbouwsas kleven. Doe dat met polymeerkit. Deze hecht zowel op het gladde metaal of plastic van het frame als op de MDF-platen. Je moet dan voor de rest zelfs geen schroeven of nagels meer gebruiken.
Op de MDF-bekleding plaatsen we dan nog PVC-tegels. Deze kan je later nog gemakkelijk schoonmaken. Je lijmt ze vast met de bijhorende lijm.
Zowel rond de plaats waar de leidingen moeten komen als rond de plaats waar de druktoets komt, maak je openingen in de bekleding. Voor je de bekleding rond de druktoets aanbrengt, moet je nog wel de verlengstukken verwijderen, zodat ze gelijk komen met de bekleding. Als je de zijkanten insnijdt, kan je ze gewoon afbreken.
Ook op de bovenkant leggen we de tegels. De overgang tussen de twee dekken we af met een aluminium hoekprofiel.
Dan kan je het toilet zelf hangen. Alles wat we nodig hebben, zit in de verpakking, samen met een handleiding. Die gaan we vast en zeker kunnen gebruiken.
Daarin staat hoe ver je de draadstangen moet uitdraaien om het toilet vlot te kunnen monteren. We bevestigen er meteen ook al de beugels op.
Om het douchetoilet aan te sluiten, moet je eerst nog koppeling van vijfenveertig graden. Om de koppeling waterdicht te maken, gebruik je dichtingsdraad. Op de bocht breng je dan de flexibel aan die voor de toevoer zorgt van het douchetoilet. Deze is voorzien van een rubberen dichting, dus extra dichtingsdraad is niet nodig.
Voor je het porselein kan hangen, moet je nog de PVC koppeling maken voor de toevoer en de afvoer van het toiletwater. Deze zijn te lang en moet je sowieso op maat maken. Meet eerst tot waar de bekleding komt en duidt dit aan op de leiding. Steek dan de leiding in het toilet en duidt ook aan tot waar het toilet komt. De handigste manier om dat te doen is met wat schilderstape. Meet het verschil op tussen de twee aanduidingen. Dat verschil snij je achteraan weg. Door de leiding op het eind wat af te ronden, krijg je hem straks gemakkelijker in de opening.
Steek de leidingen dan in de voorziene openingen van het inbouwsas. We brengen dan nog de isolatieplaat aan. Zorg er voor dat de flexibel die voor de toevoer van het water zorgt en de elektriciteitsvoorziening ook door de isolatieplaat liggen.
We zijn klaar om het toilet te plaatsen. We monteren nog twee geleiders op het toilet. Bij de verpakking zit ook een kartonnen steun waarop je het toilet kan zetten voor montage. Dat maakt het iets gemakkelijker.
Voor je het toilet helemaal op zijn plaats schuift, steek je door de openingen nog de watertoevoer voor het douchetoilet en de elektriciteitskabel.
Schuif dan het toilet op zijn definitieve plaats. Onderaan zit er een bout die je moet aandraaien om het toilet te fixeren. Je kan dan de steun ook wegnemen.
Je moet de elektriciteitsconnectie nog maken voor de bediening van het douchetoilet. Sluit de kabel die je voorzag aan in de behuizing die bij het douchetoilet zit. Dat is niet moeilijk. Je moet gewoon de correcte kleurdraad met elkaar verbinden. Vergeet de behuizing dan niet terug te sluiten. Onderaan het toilet kan je die verbergen.
Nu de zitting nog. Monteer eerst de beugel. Bij een douchetoilet is een karton voorzien. Dat is gemakkelijk bij de montage. Zo laat je niets in het toilet vallen.
Sluit dan beide aansluitingen, zowel de toevoer van het water als van de elektriciteit, aan op de zitting. Je kan dan dat deel van de zitting al op zijn plaats zetten. Sluit dan de beugels aan op de zitting en je kan de rest er gewoon op klikken.
Na de zitting moet je nog de drukknop aansluiten om het toilet te kunnen bedienen. Klik de plaat op zijn plaats en fixeer ze. De bedieningskstaafjes moet je misschien nog op maat maken, maar je kan ze gewoon afbreken. Daarna moet je enkel nog het paneel zelf op zijn plaats klikken.
Bij het toilet plaatsen we ook nog een handwasser. Deze monteer je met een daar voor gemaakte montageset.
Boor de gaten in en steek er de pluggen in. Daarin monteer je de speciale schroeven. Deze hebben aan het eind een draad waar je een bout op kan draaien. Zitten de schroeven op hun plaats, dan steek je de handwasser er op. Steek op de draadstang dan de plastic afstandshouder, de sluitring en de moer. Die draai je dan goed vast. Met een sleutel.
Ook de kraan moeten we nog monteren. Bovenaan steek je de afdekplaat en onderaan de moer.
Je kan de aanvoer dan aansluiten op de kraan. Eerst monteer je een stopkraantje op de wateraanvoer. Zo kan je daar het water later nog afsluiten. Op het stopkraantje kan je dan een flexibel aansluiten die naar de kraan loopt.
De flexibel is al voorzien van een rubber dichting, dus daar moet je geen dichtingsdraad meer aanbregen. Sluit dan de flexibel aan op de stopkraan en op de kraan.
Met de aanvoer aangesloten, moet je nog de afvoer aansluiten. De sifon komt in een pakket, dus dat moet je gewoon in elkaar steken. Soms, zoals hier, moet je nog een leiding inkorten die in de muur moet komen. Meet even af hoe lang de leiding moet zijn en kort ze af. De mooiste snede krijg je met een buizensnijder. Die span je geleidelijk aan tot de buis is doorgesneden. Dan is het een kwestie van alles op zijn plaats te steken. Vergeet niet wat glijmiddel aan te brengen voor je de leiding steekt als je een leiding hebt met een rubberen dichting.
Bij het toilet horen nog een aantal accessoires. Hier hangen we nog een toiletrolhouder op. Naast het douchetoilet hangen we ook nog de afstandsbediening voor het douchetoilet op. De meeste van deze accessoires zet je vast met pluggen en schroeven. Zet het montageplaatje op zijn plaats en teken af waar je moet boren. Steek de pluggen er in en schroef het vast. We monteren ook nog een toiletborstel en een haakje voor de handdoek.
Nu ook het toilet in orde is, kunnen we aan de laatste taken van ons lijstje beginnen en de kamer echt afwerken. Maar eerst gaan we nog wat shoppen. We hebben nog een huisnummer nodig. En daarin hebben we keuze te over. Het is moeilijk kiezen, maar uiteindelijk kunnen we toch een keuze maken.
Als eerste plaatsen we de bel. De kabel is al voorzien, dus is het maar een kwestie van deze aan te sluiten.
Doe eerst de buitenste mantel van je kabel. Kijk dan even waar de bel moet komen en duidt aan waar de bevestigingpunten zijn. Steek de kabel er al eens door, zo weet je dat die straks zeker niet in de weg zit.
De aarding knippen we weg, die hebben we niet nodig. Boor dan waar je een markering aanbracht. Steek de pluggen in de muur en schroef de bel vast. Dan kan je de kabels strippen en ze beide aansluiten. Dan is het nog slechts een kwestie van het beschermplaatje er op te zetten en je bel is aangesloten.
Maar om er voor te zorgen dat de pakjesbezorger nu nog aan de juiste bel aanbelt, brengen we een huisnummer aan. Het is even zoeken naar wat wij een mooie combinatie vinden van een achtergrond en de kleur van de cijfers.
Voor we alles vast kleven, zorgen we er voor dat de cijfers netjes zijn uitgelijnd. Met een stukje schilderstape zitten ze al op dezelfde hoogte. Dan moeten we nog de juiste tussenafstand bepalen en we kunnen kleven. Tijdens het kleven let je natuurlijk nog goed op of je ze wel mooi recht kleeft.
We hebben ook de bevestigingsset gekocht om het nummer op te hangen. Je boort de gaatjes in en de bijhorende pluggen steek je er dan in. Met de afstandshouders komt je huisnummer dan een beetje van de muur te staan, zodat het wat mooier oogt. Schroef alles vast. De schroeven verberg je erna met het afdekplaatje.
Ook binnen moeten we dan nog een bel plaatsen. Ook hier is de bekabeling al voorzien bij het plaatsen van de elektriciteit. Je moet ze dus weer gewoon aansluiten. De aarding dek je af, die heb je niet nodig, en de fasedraad en de neutrale draad sluit je weer aan op de bel zelf. Het afdekkapje klik je er op.
Voor je zo’n rookmelder plaatst, test je hem het best even. Er is een testknop en zo weet je zeker dat hij werkt.
De beste plaats om rookmelders te hangen is tegen het plafond. Plaats hem niet in de hoek, maar ergens in het midden van het plafond. In de hoek zal namelijk geen rook komen. Hang er een op elke verdieping.
Nu we toch op de ladder staan, kunnen we meteen ook de verlichting hangen. We plaatsen in onze gang overal opbouwspots. Die worden bovenaan bevestigd met een beugel. Maak die eerst los, zodat je die aan het plafond kan monteren. We werken hier in een gipskarton plafond, dus we gebruiken ook gipskartonpluggen om de spots vast te zetten. Als de beugel vast zit, moet je de draden aansluiten. Die strip je en steek je in de kroonsteen aan de lamp. Omdat de spots hier doorgelust worden, moet je telkens twee aardingsdraden, twee bruine fasedraden en twee blauwe neutrale kabels aansluiten.
Dan kan je met de schroeven aan de zijkant de opbouwspot vast zetten. Boven plaatsen we een spot boven het looppad in de gang. Beneden, in de inkomhal, zorgen we voor voldoende licht door een armatuur te plaatsen waar vier spots in kunnen. Deze kan je later nog wat draaien om het licht over het oppervlak te verdelen. Natuurlijk plaatsen we in elke armatuur led-spots. Deze gaan langer mee en verbruiken veel minder elektriciteit.
Nu de lampen hangen, brengen we nog de bekabeling naar de lampen in orde.
Op elke schakelaar staat ook achteraan een plannetje om hem correct aan te sluiten. Op de schakelaar staat ook altijd het symbool van welk soort schakelaar je hebt. De fasekabel die van je stroomkast komt, sluit je aan op de connectie met de letter L, de bruine fasedraad die naar de lamp gaat, komt in de opening met het cijfer 1 te zitten.
Als hij is aangesloten, zet je hem vast in het inbouwbakje met de schroeven langs de zijkant. De afdekplaatjes moet je er dan gewoon maar opklikken.
In een gang is het vaak zo dat je een lichtpunt vanop meerdere plaatsen moet bedienen.
Op de achterkant van de verpakking kan je weer een schematisch plannetje zien. De schakelkabels die van de eerste wisselschakelaar komen, sluit je in dit geval aan in de eerste en de laatste opening, de schakelkabels die naar de laatste wisselschakelaar gaan komen in de middenste openingen.
Je kan de draden met een langbektang dubbel plooien, zo hebben ze meer raakoppervlakte in de schakelaar. Als ook die goed hangt, kan je hem in het inbouwbakje vast maken.
In het begin en op het einde moet je dan nog je wisselschakelaar aansluiten. Daarin komt de bruine fasedraad die naar de verlichting gaat of van de stroomdraad komt. Ook sluit je daar de twee schakeldraden in aan. Volg het schema op de verpakking.
Ook de stopcontacten sluit je nog aan. Daarbij moet de aarding in het midden komen en de bruine en blauwe draden langs de zijkant. Maak er een gewoonte van om die telkens op dezelfde plaats te steken, steek bijvoorbeeld de blauwe fasedraad altijd rechts.
Als laatste plaats je de plinten. Dat is de laatste afwerking aan de kamer. Zaag ze in verstek met een verstekzaag en kleef ze aan de muur. Dat doe je het best met polymeerlijm.
Om een kopse kant te verbergen, bijvoorbeeld aan de trap, zaag je een klein stukje in verstek en kleef je dat ertegen. Zo werk je dat het mooiste af.