- 22 juni 2021
- | Bron: Dobbit
EEN GARAGE VOOR JE ROBOTMAAIER
Robotmaaiers maken je het leven gemakkelijker. Maar de robotmaaier heeft ook natuurlijke vijanden, de zon en de regen. Om de levensduur van onze robotmaaier te verlengen, maken we een garage met een automatische poort. Zo staat je robot veilig opgeborgen en droog wanneer hij slaapt.
Transciptie
Een robotmaaiergarage die maak je natuurlijk op maat van je robotmaaier zelf. Begin daarom met alle maten van je robotmaaier op te meten. Zowel de breedte als de lengte van je laadplatform maar ook de hoogte van je laadplatform en de hoogte van je robotmaaier is belangrijk. Hij moet natuurlijk door de poort kunnen. Schrijf de maten op en aan de hand van die maten maak je het bouwplan.
De robotmaaier mag even aan de kant en we beginnen met het kader te maken voor de garage, maar daarvoor hebben we eerst wel nog een aantal spullen nodig. We hebben het bouwplan uitgetekend en opgeschreven wat er precies nodig is. Met dat boodschappenlijstje trekken we naar de winkel.
Als je een buitenconstructie maakt, is het belangrijk dat je het juiste hout kiest. Je kan kiezen voor geïmpregneerd grenen of gedompelde dennenlatten. Door het proces van dompelen of impregneren kan het hout soms kromtrekken. Controleer daarom zeker altijd of je hout recht is. Dat doe je door een blik te werpen langs het hout. Door dat langs beide zijdes te doen, kan je zien of er een kromming in de ene of de andere richting is. Is het hout recht? Dan neem je het mee natuurlijk.
Naast balken voor de constructie heb ik ook een aantal panlatten nodig. Ook hier kiezen we voor geïmpregneerd hout.
Om straks het dak op te bevestigen, nemen we ook een osb-paneel mee. We kiezen hier voor osb 3 panelen, die zijn gemaakt voor in vochtige omstandigheden te gebruiken.
Ook de bekleding kiezen we uit geïmpregneerd hout. Hier kan je eventueel voor kunststof kiezen.
Geïmpregneerd hout moet je altijd nog beschermen met een olie.
Voor alle schroeven en ijzerwaren kiezen we voor roestvrij staal. Wij gaan immers buiten werken en willen niet dat de constructie roest. Ook de draadstang is uit inox.
Eens je alle spullen hebt, kan je beginnen met de houtconstructie te maken. Daarvoor gebruik je gedompelde dennenlatten, een aantal lijmklemmen, meet- en aftekenmateriaal, een winkelhaak, een kapzaag en een schroefboormachine met natuurlijk de bits en boren om alles te bevestigen.
Moet je twee gelijk maten zagen, dan is het best dat je deze gelijktijdig zaagt. Daarvoor zorg je dat de uiteindes gelijk liggen en klem je deze samen vast. Duidt dan de maat aan die je nodig hebt en zet met een winkelhaak alle maten langs alle kanten over.
Eens alles is aangeduid, kan je beginnen zagen. Als je dan er een halve millimeter naast zit, dan zit je er op alle delen evenveel naast.
Duidt ook zeker aan welke delen je al heb. Dat doe je best zowel op het hout zelf, op je zaaglijst en op het bouwplan. Altijd met dezelfde letter.
Naast de balkjes moeten er ook enkel panlatten gezaagd worden. Dat doe je op precies dezelfde manier. Dit zijn wel allemaal verschillende maten, dus die zaag je één per één.
Om ervoor te zorgen dat het werkstuk zeker recht is, gebruiken wij een hulpstuk. Dit hulpstuk heeft een rechte hoek en als we de balken hier tegen schuiven, dan weten we zeker dat die hoek recht is.
We beginnen met de onderste balk en aan de hand van de letters die we op de latten geplaatst hebben, kunnen we nu de puzzel maken.
De balken moeten nog afgeschuind worden omdat we niet met een rechte hoek werken aan de zijkant van het kader. We meten zowel boven- als onderaan hoever de balken moeten komen en duiden op alle vier de balken aan waar we precies moeten zagen. De lijnen trekken we door met de winkelhaak op de zijkanten en zagen we daarna af. Om hier recht te werken, gebruiken we een kapzaag. Die is bovenaan versterkt en gaat voor een rechtere zaagsnede zorgen.
Als de balken gezaagd zijn, leggen we de boven- en onderaan de balk gelijk. De positie van de balken ertussen bepalen we met een winkelhaak. Die leg je tegen de onderkant en schuif je door tot ze tegen de bovenste balk komen. We duiden nog goed aan waar er geboord en gevezen moet worden want straks gaat alles terug uit elkaar.
De balken boren we eerst voor. Ze zijn dik genoeg, dus ze zullen niet splijten maar zo gaan ze zeker tegen elkaar aan trekken en dat is natuurlijk de bedoeling.
In de onderste balk is het makkelijk om voor te boren. Dat kan je gewoon recht doen.
Eens de balken zijn voorgeboord, kan je met de inox schroeven alles aan elkaar bevestigen. Door de lijnen die we daarnet getrokken hebben, kunnen we makkelijk de positie zien waar de balken moeten komen.
Nu kunnen we de schuine balk bevestigen. We duiden opnieuw aan waar de balken zich bevinden tegenover elkaar en zo weten we meteen in welke richting we zullen moeten boren.
Hier moet je natuurlijk niet recht boren maar recht in de staander. Dat betekent dat je in je bovenste balk onder een hoek moet boren.
Om schuin voor te boren, zet je eerst recht in en boor je daarna je gat schuin in. Dit gaat wat makkelijker.
Dat voorboren dat doe je in een diameter die gelijk is of net iets groter dan de diameter van je schroef. Alleen zo gaan beide delen mooi aantrekken.
Boven en onderaan steekt er nog een stuk uit van de bovenste balk. Die zagen we nog recht af. Zo kan je er straks vlot gevelbekleding tegen plaatsen. Ook dit doe je weer met een kapzaag voor een mooie rechte zaagsnede.
Voor deze constructie heb je twee kanten nodig. Eens de rechterkant klaar is, maak je de linkerkant maar dan natuurlijk in spiegelbeeld.
De twee zijkanten zijn nu klaar en we gaan nu eerst het dak maken.
We maken opnieuw gebruik van het hulpstuk zo weten we zeker dat het haaks is. We leggen eerst alle balken uit en duiden hun positie tegenover elkaar aan. Zo weten we waar we straks moeten voorboren.
De achterkant bestaat uit drie balken die we aan elkaar bevestigen. Die komen straks tegen de zijkanten aan, dus nu zullen die nog niet stevig genoeg zijn maar straks passen deze allemaal in elkaar.
Ga opnieuw op dezelfde manier te werk. Duidt aan waar de balken komen, boor voor in dezelfde diameter als je schroef en vijs alles aan elkaar. Hou altijd je winkelhaak bij de hand, zo weet je zeker dat je haaks blijft werken. In dit geval kan je de evenwijdigheid van je bovenste en ondersta balk door aan beide zijdes de maat te nemen.
Voor de voorkant doe je precies hetzelfde.
De voorkant krijgt onderaan nog twee extra balkjes. Daar komt straks de poortsysteeù tegen.
Alle onderdelen van de garage zijn nu klaar. Nu moeten deze allemaal aan elkaar om zo een klein huisje te maken.
Door het hulpstuk zijn we opnieuw zeker dat alles recht is. Met lijmklemmen bevestigen we alles aan elkaar en, waar mogelijk, klemmen we dit ook aan het hulpstuk. Zo blijft de constructie voorlopig staan en kunnen we alles definitief aan elkaar bevestigen. Dat doen we opnieuw met dezelfde schroeven als we net hebben gebruikt.
Het kader van de garage is nu afgewerkt maar we maken hier ook nog een poortsysteem voor.
Daarvoor gebruiken we meet- en tekenmateriaal, de pannenlatten die we reeds hebben gezaagd, schroeven met een kleinere diameter, een schroefboormachine met bit en boor, lijmklemmen, een draadstang en een koperen of aluminium buis, moeren en sluitringen, schroeven met een niet-doorlopende schroefdraad, nagels en hamer. Voor het sluitsysteem ook enkele haken, visdraad en een aantal veren.
Voor we de poort zelf maken, gaan we deze eerst beschermen. Dat doen we met een beits, een roller en handschoenen.
We zetten nu reeds een beits omdat we nu overal vlot aan kunnen. Eens de poort in het poortsysteem zit, zou dit veel moeilijker zijn. En waarom het jezelf moeilijker maken, als het ook makkelijk kan. Ze kan dan ondertussen ook al drogen terwijl we het poortsysteem zelf maken.
Begin met een stuk panlat aan een stuk balk te bevestigen. Ook hier boor je voor. Hier doen we dit niet alleen zodat beide delen goed aan trekken maar ook omdat de panlat iets te dun is en als we dit rechtstreeks zouden schroeven, zou dit splijten. Om die reden gebruiken we ook dunnere schroeven. We blijven natuurlijk wel schroeven uit roestvrij stalen te gebruiken.
Duidt aan volgens het bouwplan waar er een gat moet komen om het poortsysteem te doen werken. Om op beide delen precies dezelfde positie te hebben, klem je deze samen. Daarna boor je beide tegelijk en is je positie zeker gelijk.
In dat gat bevestigen we een koperen buis zodat de poort straks vlot open en toe kan gaan. We zagen de koperen buis op maat en slaan die in met een hameren.
Door de koperen buis komt straks de draadstang. Zorg dat de delen vrij kunnen bewegen en dat er geen frictie is op één van de delen.
De poort zelf is ondertussen droog en in de zijkant boren we nu ook een gat. Daar komt straks de draadstang in dit deel komt ze wel vast te zitten. Boor dus een diameter kleiner, dan die van je draadstang. Je moet hier niet te diep boren. Plak een plakband op een centimeter of vier, dat is zeker diep genoeg. Doe dit zowel aan de linker- als de rechterkant en precies op dezelfde positie.
De draadstang zelf zaag je natuurlijk ook op maat. Doe eerst een moer over de draadstang, zo kan je de draad terug herstellen. Eens je hem op maat hebt, kan je hem bevestigen in de poort zelf. Dit doe je met een tang en een handdoek zodat je de draad niet beschadigt. Span de moer nog even aan als de draad er ver genoeg inzit en het systeem van je poort is klaar. Je moet dit enkel nog aan elkaar bevestigen.
Ook aan het uiteinde van je balk waar alles op komt, bevestig je nog een moer. Als de draadstang vrij kan bewegen, zal de poort vanzelf open en toe kunnen klappen. Is dit niet het geval dan draai je best een van de moeren wat losser.
De poort moet bovenaan natuurlijk meer gewicht hebben dan onderaan, anders gaat ze vanzelf niet openklappen. Gaat de poort niet vanzelf open? Dan bevestig je bovenaan nog een extra balkje, in Meranti bijvoorbeeld, om de poort topheavy te maken.
Het systeem is klaar, maar je moet het nog bevesitgen aan het kader van de garage.
Zorg ervoor dat het in het midden staat.
Met dezelfde schroeven zet je alles weer aan elkaar. Boor wel eerst voor zodat beide delen samen trekken.
Zo zie je, de poort gaat automatisch open.
Maak ook nog een duwsysteem waar de robotmaaier straks tegen kan rijden. Door er tegen de duwen, gaat de poort sluiten. Die contstructie maak je uit panlatten. Die zijn licht genoeg, zodat de robotmaaier niet te veel weerstand voelt als hij er tegen rijdt. Leg alle stukken tegen elkaar en duidt aan waar de stukken tegen elkaar komen. Dan neem je alles terug uit elkaar, boor je alles voor en schroef je de delen samen.
Zo werkt de duwer. De robotmaaier rijdt er tegen, duwt hem weg en zo gaat de poort sluiten. Rijdt hij terug naar buiten, gaat het systeem naar achter en gaat de poort terug open.
De duwer moet je ook aan het kader bevestigen. Daarvoor plaats je het laadstation al eens op zijn plaats. Zo weet je zeker dat de duwer het laadstation niet raakt als de robotmaaier er tegen rijdt. Bepaal de positie waar de inox buis moet komen en boor een gat in dezelfde diameter als de buis zelf. In het gat klop je dan een stuk van de roestvrij stalen buis. Daardoor komt dan een schroef te zitten. Door een schroef te nemen die geen volledige schroefdraad heeft, kan het duwsyteem vrij bewegen en is er ook geen frictie op de buis zelf.
Meet nog eens af waar de duwer komt en duidt de positie aan. Schroef hem dan vast. Let wel op dat je hem niet te strak vastschroeft. Het duwsysteem moet namelijk vrij kunnen bewegen en mag geen frictie hebben tegen het kader.
Als de robotmaaier dan binnenrijdt, gaat hij duwen tegen de duwer en de poort sluiten. Om het syteem te doen werken, moet je wel nog beide delen aan elkaar bevestigen. Duid aan waar de haakjes komen om beide delen te verbinden met visdraad.
Om het haakje er vlot te kunnen indraaien, nagel je eerst een klein gaatje. Zo heb je al een aanzetpunt en gaat het haakje er veel vlotter in. Met dezelfde nagel kan je er trouwens voor zorgen dat je het haakje dieper in kan draaien, want op een bepaald moment wordt dat moeilijker om het met je handen te doen. Steek een nagel door het oog en draai alles aan.
Ook aan de duwer bevestig je een haakje. Dat doe je precies op dezelfde manier. Om dat makkelijk te kunnen doen, is het het best dat je de duwer even vastklemt.
Aan de kant van de poort bevestig je dan wat visdraad. Ik breng de poort in een ruststand en langs de andere kant bevestig ik een veertje. Die gaat de overtollige spanning opvangen.
Eens alles aan elkaar hangt, kan je het systeem eens testen.
De basisconstructie is nu klaar. Ook het systeem om de poort te openen en te sluiten is nu af. We kunnen de garage nu afwerken. En starten doe je met het dak.
Daarvoor neem je er al meet- en aftekengereedschap bij, een osb paneel, een aantal schroeven om het osb-paneel te bevestigen, een schroefboormachine met de juiste bit. Het dak bekleed je met dakpanelen. Die kan je op maat maken met een zaag of een tapijtmes. Ze hebben ook hun aangepaste schroeven en om de zijkant te beschermen gebruik je windveren.
Zet het OSB-paneel op je dakconstructie. Hier laat je het osb een beetje langs de zijkant uitsteken. De golven van de dakpanelen komen dan mooi uit. Het OSB3 paneel schroef je dan op je constructie. Gebruik hier OSB3, want de lijm waarmee het is samengelijmd kan tegen vochtige omstandigheden. Gewone OSB zou na een tijd zwellen, waardoor je dak gaat verhogen. Dat is niet de bedoeling.
Gebruik ook hier weer roestvrij stalen schroeven. Die zijn misschien wat minder stevig, maar kunnen beter tegen een vochtige omgeving.
Heb je tand- en groef panelen, kan je ze gemakkelijk in elkaar schuiven.
Aan de hand van de constructie duid je aan waar je het osb moet afzagen. Dat gaat gemakkelijk en vlot met een handzaag.
Het osb bevestig je dan op dezelfde manier aan het kader.
Bovenop het osb komen de dakelementen. Van die dakelementen moet je precies een golf afsnijden zodat ze passen op het OSB. Dat afsnijden gaat gemakkelijk met een tapijtmes. Twee keer snijden, en dan kan je het paneel perfect in twee breken.
Een dak leg je altijd van onder naar boven. Bevestig het met de bijhorende schroeven. Doe dat nog niet aan de zijkant, maar enkel aan de drie middenste golven. Ligt het eerste paneel vast, leg je het tweede er op en zo ga je verder tot je dak volledig is. De panelen schroef je enkel onderaan vast. Samen met het volgende paneel bevestig je dan de bovenkant.
Het laatste paneel moet je in de lengte afkorten. Dat doe je met de handzaag, dat gaat vlot en gemakkelijk.
Aan de zijkant bevestig je nog een aantal windveren. Die gaan er voor zorgen dat het dak niet wegwaait en gaan de zijkanten van het dak ook mooi afwerken. Werk ook nu van onder naar boven. Als je van boven naar onder werkt, zou de regen er in lopen.
Bovenaan bevestig je nog een plank. Die gaat het begin van je dak afschermen.
Het dak is volledig afgewerkt, nu de rest van de garage nog.
Het dak is nu klaar, tijd om de gevelbekleding te bevestigen. Daarvoor neem je je meet en aftekengereedschap, de gevelbekleding zelf, een hamer en wat nagels. Heb je thuis een nagelpistool, kan je dat altijd gebruiken. Alles op maat maken doe je met een zaag, je kan kiezen voor een kapzaag, een decoupeerzaag of een cirkelzaag. Neem er ook een mondmasker, oorbescherming en een bril bij.
Je moet de gevelbekledingpanelen nog op maat maken. Daarvoor meet je natuurlijk eerst de juiste maat af. De hoeken zaag je in verstek. Dat geeft het mooiste resultaat. Daarvoor plaats je je cirkelzaag onder een hoek van 45°. Daarna stel je de diepte in. Stel ze in zodat de zaag net door de plank komt.
Je werkt hier met geïmpregneerd hout. Dat kan de longen aantasten. Bescherm dus je longen, maar ook je ogen en je bril. Je weet nooit dat er spaanders van het hout vliegen.
Je meet op je kader altijd de binnenmaat op. Hou daar rekening mee. Zorg er voor dat je dus altijd langs de binnenkant van je verstek afmeet.
Als je zaagt, leg dan de zichtbare kant onderaan. Dat geeft het mooiste resultaat.
Heb je thuis geen cirkelzaag, kan je je decoupeerzaag ook onder een hoek van 45° instellen, of je kan met de verstekbak en de kapzaag werken.
Zaag alles eerst op maat. Zo kan je vlot werken voor het bevestigen van de panelen.
De panelen bevestig je gemakkelijk met een hamer en wat nagels. Gebruik dan nagels zonder kop. Die zie je straks niet meer zitten. Eens het eerste paneel bevestigd is, kan je gewoon verder gaan tot boven. Om er voor te zorgen dat je de nagels niet meer ziet zitten, gebruik je een doorslag. Die gaat de nagel nog wat dieper drijven.
Heb je thuis een nagelpistool, dan is dat het betere alternatief. Heb je dat thuis niet en wil je snel vooruit werken, kan je er altijd een huren.
Langs de zijkant moet je de panelen schuin afzagen, gelijk met het kader. Daarvoor plaats je ze eerst al eens, perfect op hun plaats. Teken dan af waar je moet zagen en met de cirkelzaag maak je dan een mooie, rechte zaagsnede. Je kan dit ook eventueel met de handzaag doen.
Kijk eerst of alle delen mooi passen en bevestig ze dan met het nagelpistool.
Vooraan moet je een stuk uit een gevelpaneel verwijderen om er voor te zorgen dat je poort nog helemaal open kan. Plaats het gevelpaneel op zijn plaats en duidt aan waar je moet zagen.
De makkelijkste manier om dat te doen is met behulp van een decoupeerzaag.
Laat tussen twee gevelpanelen een uitzettingsvoeg. Zo kan het hout nog wat bewegen en gaat het niet kromtrekken als het vochtig wordt.
Steek daarvoor gewoon een kaleerblokje of een afstandsblokje tussen twee delen. Zo heb je altijd een gelijke afstand.
Het bovenste paneel aan de voorzijde moet je in de lengte afzagen. Dat doe je terug met de cirkelzaag.
Voor je begint af te werken, schuur je alles nog eens op. Ook de hoeken in verstek schuur je nog eens op. Dat is niet enkel om ze minder scherp te maken, het is ook om ze mooier te maken. Moesten er kleine fouten inzitten, kan je ze door te schuren weg werken.
Straks komt de garage op het gras te staan. Daarom beschermen we ze onderaan met een rubber coating. Daarvoor gebruik je de rubber coating en handschoenen. Ik plaats ze ook nog eens op kunststof pootjes. Die bevestig je met een hamer
De kit van de rubber coating bestaat uit verschillende onderdelen. Er zit ook al een borstel bij. Je moet dus geen van je eigen borstels vuil maken.
Om niet te morsen aan de zichtbare kant, plak je rondom alles af met schilderstape. Gebruik er die geschikt is voor op ruwe oppervlakken.
Eens alles is afgeplakt, kan je de rubber coating aanbrengen. Het is eigenlijk net hetzelfde als verven. De borstel er in doppen en uitsmeren. en uitsmeren.
Eens de eerste laag rubber coating droog is, breng je nog een tweede laag aan voor een goede afdichting.
Is alles droog, moet je de schildersplakband verwijderen.
Voor een extra bescherming zet ik alles nog op plastieken pootjes.
Op mijn garage bevestig ik nog een aantal blokjes. Het dak moet er namelijk nog opkomen en dat mag niet verschuiven. Het gewicht van het dak is zwaar genoeg om het op zijn plaats te houden. Leg het niet vast, anders kan je niet meer aan je robotmaaier. Moest er dan iets mislopen met je robotmaaier, kan je er op deze manier nog aan.
De gevelpanelen ga ik nog verder beschermen. Daarvoor gebruik je een beits en het nodige schildersmateriaal.
Het beitsen van de gevelpanelen gaat het gemakkelijkst met een gewone, brede borstel. We gebruiken hier een synthetische verf, dus zetten we een mondmasker op om de longen te beschermen tegen de dampen.
De beits op de robotgarage moet nu even drogen, en dan kan je ze plaatsen.
Voor de plaatsing van de robotgarage, moet je aan dezelfde voorwaarden voldoen als dat je je laadplatform plaatst. Kijk in de handleiding wat de voorwaarden zijn en zorg dat het huisje zeker waterpas staat.
Zo werkt de garage: de robotmaaier rijdt binnen, duwt tegen de duwer en de poort sluit vanzelf.