Een op vier Vlaamse kmo’s wil mobiliteitsbudget

Bijna de helft van de kmo’s is onvoldoende op de hoogte

Slechts een op de vijf kmo’s is volledig op de hoogte van de nieuwe verplichting om vanaf 1 januari 2026 een mobiliteitsbudget aan te bieden aan elke werknemer met (recht op) een bedrijfswagen. Bijna de helft (48%) weet er onvoldoende van. Een kwart van de Vlaamse kmo’s met bedrijfswagens wil er binnenkort werk van maken; in Brussel loopt dat zelfs op tot 35%. Zes op tien kmo’s hebben geen plannen, vooral door onvoldoende kennis (42%), gebrek aan interesse bij medewerkers (37%) of de vrees voor administratieve complexiteit (30%). Het merendeel van de bedrijfswagens zijn functiewagens, nodig voor klantenbezoeken, wat een inruil bemoeilijkt. Dat blijkt uit een bevraging van SD Worx bij 503 kmo’s in juni 2025.

Minderheid op de hoogte van nieuwe verplichting

Vanaf 1 januari 2026 zou elke werkgever verplicht een mobiliteitsbudget moeten aanbieden aan werknemers met (recht op) een bedrijfswagen. Slechts een minderheid – één op vijf kmo’s – is hiervan volledig op de hoogte. In Vlaanderen gaat het om 21%, in Brussel 18%.

Bijna de helft van de kmo’s (48%) kent de maatregel onvoldoende. In Vlaanderen is 18% totaal niet op de hoogte; 30% heeft er wel van gehoord maar weet niet precies wat het inhoudt. Voor een op drie Vlaamse kmo’s is de verplichting niet relevant omdat ze geen bedrijfswagens hebben. In Brussel is slechts 10% niet op de hoogte.

Charlotte Helsen, kmo-specialist bij SD Worx, licht toe: “Er is nog geen concrete wetgeving, maar het voornemen van de regering om het mobiliteitsbudget uit te breiden, kwam het voorbije jaar wel al in de media. Het is toch verrassend dat een half jaar voor de invoering nog zo weinig kmo’s hiervan op de hoogte zijn. Brussel loopt voorop: slechts een op tien kmo’s daar is nog totaal niet op de hoogte. In Vlaanderen gaat het bijna om het dubbele.”

Eén op vier Vlaamse kmo’s wil ermee starten

In Vlaanderen geeft een kwart van de kmo’s met bedrijfswagens aan ermee te willen starten. In Brussel en Wallonië gaat het om een op drie (35%).

“Het mobiliteitsbudget is een troef om medewerkers aan te trekken. We zien dat ook kleinere kmo’s dit nu overwegen, vooral in Brussel, waar kandidaten dit concept kennen uit grotere organisaties. Het inzetten van het budget voor de betaling van huishuur of hypotheek is financieel erg interessant”, aldus Charlotte Helsen.

Drempels voor het mobiliteitsbudget

Ongeveer zes op tien Vlaamse kmo’s met bedrijfswagens (63%) willen het mobiliteitsbudget (voorlopig) niet invoeren. In Brussel en Wallonië liggen de cijfers lager, respectievelijk 46% en 51%.

Belangrijkste redenen in Vlaanderen:

• Onvoldoende kennis over de mogelijkheden (42%)
• Geen interesse bij medewerkers (37%)
• Vrees voor administratieve complexiteit (30%)
• Andere redenen (13%), zoals het professioneel gebruik van de wagen voor klantenbezoeken
• Twijfel aan de financiële voordelen (11%)
• Overtuiging dat andere duurzame mobiliteitsoplossingen beter passen (8%)

In Brussel is vooral de vrees voor administratieve complexiteit de grootste drempel (57%).

Merendeel van de bedrijfswagens zijn functiewagens

Zes op tien bedrijfswagens bij Vlaamse kmo’s zijn functiewagens. Het merendeel wordt voor meer dan 50% (en vaak zelfs 75%) gebruikt voor klantenbezoeken. In Vlaanderen en Brussel wordt minder dan een kwart van de wagens minder dan 25% professioneel gebruikt.

“In de praktijk is het voor commerciële profielen vaak moeilijk om klantenbezoeken met de fiets of het openbaar vervoer te organiseren, bijvoorbeeld omdat ze stalen meenemen. Sommige industrieterreinen zijn ook moeilijk bereikbaar met openbaar vervoer. Elke situatie is anders. Niet alle functiewagens zullen dus snel ingeruild worden”, waarschuwt Charlotte Helsen.

De meerderheid van de kmo’s vindt wel dat alle medewerkers met een bedrijfswagen in aanmerking moeten komen voor een mobiliteitsbudget. In Vlaanderen is dat 55%, in Brussel 66%.

Tegelijk wil bijna een kwart van de Vlaamse kmo’s een specifieke groep uitsluiten: 25% enkel medewerkers met een mobiele functie (sales, techniekers …), nog eens ruim 20% ook leidinggevenden en andere profielen. In Brussel ligt dat aandeel iets lager.