- 23 september 2022
- | Bron: Mobility Business Solutions
Mobiliteitsbudget op nieuw elan dankzij telewerk
Financiering huisvesting is extra troef in crisis

Op basis van de eerste zeven maanden van 2022 komt er een nieuw record in zicht van het aandeel werknemers met een mobiliteitsbudget (MOB). Eind juli 2022 gaat het om 0,022% terwijl het vorig jaar nog 0,015% was. Door de kleine aantallen blijft het mobiliteitsbudget nog een differentiator in de war for talent. Voorlopig gaat het enkel over bedienden met een bedrijfswagen. Een belangrijke troef is dat wie (voor meer dan 50%) van thuis uit werkt nu ook zijn huur of hypothecaire lening kan financieren met zijn mobiliteitsbudget. Dit is niet meer beperkt tot mensen die binnen een straal van de 10 km van het werk wonen.
Meer werknemers met Mobiliteitsbudget
“Voor de eerste zeven maanden in 2022 zien we opnieuw meer werknemers met een mobiliteitsbudget: hun aantal ligt al 50% hoger, terwijl de piek nog moet komen in december. Een stijgend aantal werkgevers ziet ook de voordelen, in de war for talent, naar personeelsbehoud. Momenteel zijn de aantallen nog zeer beperkt (0,11% van de werknemers eind 2021), waardoor je er als werkgever het verschil kan maken. Zeker met het toegenomen thuiswerk is er een groep die open staat voor de terugbetaling van de huisvestingskost”, vertelt Sarah Geernaert, kmo-consultant van SD Worx.
In de praktijk in Brussel
De BIBM, de Federatie van de Europese Prefab Betonindustrie, is een internationale organisatie met hoofdkantoor in het centrum van Brussel. De manager besloot het mobiliteitsbudget in te voeren op verzoek van een werknemer. "Mijn collega heeft de bedrijfswagen waar zij recht op heeft niet nodig. Ze woont minder dan 5 kilometer van haar werk. Zij geeft er daarom de voorkeur aan gebruik te maken van de opties in de tweede pijler van het mobiliteitsbudget, zoals openbaar vervoer, taxi’s en de step. Het resterende budget kan zij dan gebruiken voor de huur van haar woning. Dat is een groot voordeel van het nieuwe mobiliteitsbudget, dat zich aanpast aan de behoeften van de werknemers en hun gezinssituatie“, aldus Alessio Rimoldi, secretaris-generaal van BIBM.
"Momenteel stapt meer dan 80% van onze medewerkers in het mobiliteitsbudget"
In de praktijk in Vlaanderen
Vlaanderen Connect, de Vlaamse Vereniging voor ICT-Personeel, werft strategische ICT-profielen aan voor de Vlaamse overheid. “Schaars talent vereist een vernieuwende aanpak en het mobiliteitsbudget is vernieuwend. We zijn ermee gestart in 2020; een aantal van onze mensen was hier ook vragende partij voor. Wie bij ons solliciteert, is vaak gecharmeerd door de mogelijkheden van het mobiliteitsbudget. De kracht van het mobiliteitsbudget is dat het mensen doet nadenken over hun mobiliteit, waardoor ze niet automatisch voor een (grote) wagen kiezen. Ze denken na of ze de mobiliteit van het gezin niet anders kunnen organiseren. Nu het budget ook kan ingezet worden voor de afbetaling of huur van de woning bij meer dan 50% thuiswerk (niet enkel voor wie op minder dan 10 km van het werk woont) is dit voor velen ook een extra troef", vertelt Jan Stoffels, algemeen beheerder.

“De nood aan ICT profielen is hoog. Voor onze organisatie kennen we een groei van 20% per jaar en we zien dit niet wijzigen in de nabije toekomst. Momenteel stapt meer dan 80% van onze medewerkers in het mobiliteitsbudget; een minderheid kiest nog een van onze standaard hybridewagens. Dat is een succes. De meerderheid gaat voor het mobiliteitsbudget: daarmee kiezen ze dan een wagen in combinatie met een fiets of andere transportmogelijkheden; ofwel gaan ze voor de huisvestingkosten. De kostprijs van de groene wagens is wel nog vaak een bepalende factor. Een valkuil bij de invoering van het mobiliteitsbudget is wel dat het administratief nogal complex kan zijn om de uitgaven te beheren, daarom is het belangrijk om een goede interface te hebben waarin de werknemer via een selfservice-principe de uitgaven kan beheren, zonder dat de administratie bij de personeelsdienst belast wordt.”
Werkgevers met een mobilitetsbudget (MOB) in 2021
- Hoewel we de meeste MOB in Vlaanderen zien, kent het MOB relatief gezien het meeste succes bij Brusselse werkgevers: 1,5% van de werkgevers heeft het ingevoerd (t.o.v. 0,5% van de Vlaamse werkgevers, of één derde van de Brusselse en 0,25% van de Waalse werkgevers).
- Meeste succes heeft het MOB bij de organisaties met met 500-999 werknemers: daar voert 8,7% van de werkgevers een MOB in.
- Een paar sectoren die opvallen: wegvervoer, bouw, gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening, en ICT-sector.
- Voorlopig enkel bij bedienden. Top drie provincies: Brussel, Vlaams-Brabant en Antwerpen. Het zwaartepunt van wie ervoor kiest ligt tussen 25 en 40 jaar (64% van de werknemers).