- 08 juli 2024
- | Bron: Foodprocess
De zin en onzin van bewerkte voeding
Fevia organiseerde twee dialoognamiddagen
De term 'ultrabewerkte voeding' duikt overal op, vaak als manier om de industriële bewerking van voeding in een negatief daglicht te stellen. Fevia organiseerde twee dialoognamiddagen over het thema, waarin een onderscheid werd gemaakt tussen emotie en wetenschap. Men liet voedingsexperten, middenveldorganisaties en overheidsinstanties aan het woord, en wat blijkt? Het discours is complex en vraagt nuances. Maar met een integrale en positieve aanpak, kan je samen met alle actoren overgewicht en obesitas aanpakken.
1. Het bewerken van voeding heeft nut
Versnijden, vermalen, verhitten, fermenteren… Dit zijn allemaal vormen van voedselverwerking. Het bewerken van (rauwe) voedingsmiddelen is essentieel om ervoor te zorgen dat voeding veilig, eetbaar en lekker is. Dit wordt door niemand betwist, maar wordt nog te vaak vergeten.
2. Geen duidelijke definitie van 'ultrabewerkt'
Wanneer mag je een product ultrabewerkt noemen? Veel experts baseren zich op het NOVA-classificatiesysteem, waarbij producten worden opgedeeld volgens de mate van hun bewerking. Het systeem bestaat uit vier categorieën, die gaan van onbewerkte of minimaal bewerkte voeding in groep 1 tot 'ultrabewerkte voeding' of 'ultra processed food' in groep 4. NOVA houdt daarbij geen rekening met de nutritionele kwaliteit van voeding. Er bestaan ook andere classificaties, die evenzeer voor- en nadelen hebben.
Het NOVA-systeem is erkend door de FAO (Food and Agriculture Organization of the United Nations) en wordt gebruikt door verschillende onderzoeksgroepen. Maar toch blijft de definitie van zogenaamde 'ultrabewerkte' producten onduidelijk. Volgens onderzoek slagen zelfs voedingsspecialisten en voedingstechnologen er niet in om producten steeds in de juiste NOVA-categorie onder te brengen.
Bovendien worden in de vierde 'ultrabewerkte' categorie diverse producten met verschillende nutritionele kwaliteiten allemaal samengevoegd, variërend van verpakt volkorenbrood en margarine tot koekjes, snoep en beleg. Die vierde categorie is zo divers dat het effect op de gezondheid dat ook is.
3. De voedingswaarde overstijgt de mate van bewerking
Ligt de focus te sterk op de mate van bewerking? Een causaal verband tussen de mate van voedingsbewerking en de negatieve invloed ervan op de gezondheid is niet wetenschappelijk bewezen. Onderzoeken naar zogenaamde ultrabewerkte voedingsmiddelen vinden alleen associaties.
Uiteindelijk telt vooral de nutritionele kwaliteit van een product, niet de mate van bewerking. De consument moet voorrang geven aan volkoren graanproducten, groenten en fruit, noten en zaden, en peulvruchten. Met die voedingsprioriteiten van de Hoge Gezondheidsraad vallen de grootste gezondheidswinsten te rapen. De voedingsindustrie gaat dan ook aan de slag met deze aanbevelingen om de samenstelling van hun producten te blijven verbeteren.
4. Geen link tussen additieven en ultrabewerkte voeding
Weinig consumenten lijken te weten wat additieven, ofwel E-nummers, zijn en waarvoor ze dienen. In essentie zijn het stoffen die voedingsbedrijven met een welbepaalde functie toevoegen aan een product. Dit kan zijn als zoetstof, kleurstof, conserveermiddel, zuurteregelaar, antiklontermiddel, smaakversterker, enzovoort. Soms zijn dezelfde stoffen van nature ook aanwezig in allerlei voeding. Het E-nummer 330 bijvoorbeeld is citroenzuur dat ook voorkomt in citrusvruchten.
Kortom, producenten voegen aan bepaalde producten additieven toe om de kwaliteit en de smaak op een langere termijn te kunnen garanderen. Wanneer je thuis iets bereidt, eet je dat kort nadien ook op. Met additieven kan je de houdbaarheid verlengen met dezelfde kwaliteit. Bovendien zegt de toevoeging van additieven niets over de verwerkingsgraad van een product.
5. Kiezen voor een integrale aanpak
Hoe maken we van de gezondere keuzes ook de gemakkelijke keuzes? Consumenten maken hun eigen voedingskeuzes, maar hun kennis over voeding is beperkt. Een brede en positieve aanpak is cruciaal als we met alle actoren samen overgewicht en obesitas willen aanpakken.
6. Ready, set, go?
Het is tijd om meer te investeren in gezondheid en preventie, met de steun van een moedig beleid. Tegelijk moeten we de consument van jongs af aan informeren over voeding, zodat de voedselgeletterdheid in ons land stijgt. Front-of-Pack labeling kan daarbij helpen, op voorwaarde dat het systeem correct wetenschappelijk onderbouwd is en juist wordt toegepast.
Naast de overheid heeft uiteraard ook de voedingsindustrie een rol te spelen. Via het Nutri-Pact engageren voedingsbedrijven zich om de nutritionele kwaliteit van hun producten te blijven verbeteren, met aandacht voor meer vezels, minder zout en minder suiker. Via het nudgingproject met Be4Life, moedigt de voedingssector de consument ook in winkels aan om te kiezen voor de gezondere keuzes. De sector blijft ook inzetten op een verantwoorde marketing naar kinderen, via de nieuwe reclamecode.
Meer weten over de engagementen van Fevia en hoe de industrie kijkt naar (ultra)bewerkte voeding? Lees het Fevia standpunt.