- 12 april 2021
- Door Wouter Verheecke
- | Bron: Foodprocess
ZO komt de voedingsindustrie uit de coronacrisis
Fevia schuift drie remedies naar voren om impact bovenop te komen

Voor het eerst sinds de financiële en economische crisis van 2008, daalden vorig jaar zowel de omzet als de export van de Belgische voedingsindustrie. Vooral de sluiting van de horeca en de food service troffen de sector hard, net als de terugval op de exportmarkten. Zonder de veerkracht en wendbaarheid van de voedingsbedrijven, de sectorale initiatieven, de erkenning als essentiële sector en de steunmaatregelen van de overheid zou de impact nog een pak zwaarder zijn geweest. Fevia pleit ervoor om nu stap voor stap een veilige heropening van de horeca en andere gesloten sectoren te organiseren en bedrijven gericht te steunen om gezond uit de crisis te komen.
Economische cijfers 2020
Op jaarbasis daalde de omzet van de voedingssector vorig jaar met 1,7%, tot 54,4 miljard. Achter die beperkte daling schuilen echter grote verschillen, waarbij vooral de vele toeleveranciers van de horeca en de eventsector zwaar werden getroffen. Zo zagen bijvoorbeeld drankenproducenten hun productie met meer dan 18% dalen in 2020. Naast de omzetdaling, kampen de voedingsbedrijven met een hogere productiekost omwille van de massale investering in beschermingsmateriaal en -maatregelen, een hoger absenteïsme, de gestegen kost van grondstoffen en van transport en logistiek, die evenzeer een gevolg zijn van de coronacrisis. Ook de export, al jaren de groeimotor van de voedingsindustrie, schakelde een versnelling lager en daalde met 1,9% tot 26,7 miljard euro.

En toch ziet Bart Buysse, CEO van Fevia, ook lichtpunten in een moeilijk jaar. “Dankzij de erkenning als essentiële sector en de broodnodige steunmaatregelen van overheidswege, maar ook sectorale initiatieven zoals het sectoraal protocol om onze 'food heroes' veilig te laten werken en ons #ReverseTheCurve herstelplan, kwam de sector niet op intensive care terecht. Zo kon de sector tijdens de crisis de activiteit en tewerkstelling enigszins op peil houden. En ondanks een daling met 3,7% blijft de voedingsindustrie met 1,7 miljard euro de grootste industriële investeerder. Dat is belangrijk met het oog op de toekomst, want de investeringen van vandaag zijn de competitiviteit, groei en jobs van de toekomst!”
3 remedies om de sector gezonder te maken
Ondanks financiële steunmaatregelen van de overheid, kampt meer dan een kwart van de bedrijven in de voedingsindustrie vandaag met grote financiële moeilijkheden. Fevia voorzitter Jan Vander Stichele pleit dan ook voor een adequate aanpak om de sector morgen gezond te houden: “De test- en vaccinatiestrategie verder uitrollen en zo mogelijk versnellen, is nu de grootste prioriteit. Maar we pleiten tegelijk voor een spoedige, gecontroleerde en veilige heropening van de horeca en eventsector, en om daarbij ook een concreet stappenplan met ondersteunende maatregelen te voorzien; ook voor de getroffen toeleveranciers. Laten we daarnaast ook niet vergeten dat de echte impact van de Brexit wellicht nog in de volgende periode op ons afkomt.”

Naast gerichte maatregelen om de coronacrisis en de Brexit het hoofd te bieden, roept Fevia ook op om de competitiviteit van Belgische voedingsbedrijven structureel te versterken door onze loonkosten- en energiekostenhandicap verder weg te werken. Zo wil de sector ook eindelijk een halt toeroepen aan de grensaankopen, die na het heropenen van de grenzen quasi onmiddellijk opnieuw naar hun oude, hoge niveau stegen. De fiscale lasagne speelt ons parten en moeten we dringend afbouwen. Nieuwe taksen of heffingen die onze producten duurder maken, zijn voor Fevia absoluut te mijden.
Een derde remedie om de sector naar de toekomst toe gezond te houden, is door te investeren in digitale transformatie en circulair ondernemen. “Tijdens de coronacrisis investeerden tal van voedingsbedrijven in e-commerce platformen om de impact van de horecasluiting of het wegvallen van toerisme op te vangen. In die digitale transformatie zien we heel wat toekomst en moeten we onze vele kmo’s zeker begeleiden. Daarnaast zetten we ook volop in op circulair ondernemen. Ook daar kan de overheid helpen, door te zorgen voor een goed innovatie- en investeringsklimaat dat bedrijven stimuleert en niet bestraft. Dit is niet alleen belangrijk om competitief te blijven, maar ook om een antwoord te kunnen geven op huidige en toekomstige, economische, maatschappelijke en ecologische uitdagingen”, besluit CEO Bart Buysse.
Voor meer cijfers en grafieken: download hier de presentatie van het economisch jaarverslag.